Plan alvast wat tijd in om aan de slag te gaan met je planten. Het liefste op de dag waarop je de planten ontvangt of de volgende dag. Zet de doos met de planten op een koele, droge plek neer tot je gaat planten.

Wil je de planten langer bewaren? Pak de wortelstokken dan uit en doe ze in een grote bak met vochtige grond, zo kunnen ze niet uitdrogen.

Wanneer je aan de slag gaat, moet je de planten eerst de kans geven om zich vol te trekken met water.

Leg de planten een uur lang in een emmer met water. Dit is erg belangrijk, want uitdroging kan fataal zijn voor je plant.

Terwijl de wortelstok zich voltrekt met water, kun je alvast een goede plek uitkiezen in je tuin voor de plant.

Let goed op de specificaties van de plant om te zorgen dat de plek past bij deze plant. Bij de productomschrijving op deze website vind je bijvoorbeeld of je plant graag in de volle zon staat of liever in de schaduw.

De goede plek gevonden? Graaf hier alvast een gat voor de plant en doe daar wat compost of nieuwe tuinaarde in.

Nadat de wortelstok water heeft kunnen opnemen, is deze klaar om geplant te worden. Iedere plant ziet er net anders uit, maar je herkent vaak al snel de bovenkant van de plant aan de 'neuzen', de knoppen waaruit nieuw blad en bloem groeit.

Plant de wortelstok met de neuzen naar boven, en zorg dat er een laagje grond van zo'n 5 cm op de neuzen ligt. Druk de grond licht aan zodat de wortels contact maken met de grond. Geef ten slotte nog wat water bovenop.